Ik heb nog nooit iemand horen zeggen: "Ik ben toch zo blij dat ik dik ben." Maar ik zie wel de tranen, voel de boosheid en machteloosheid. Ik luister naar de verhalen over diëten, het jojoën, de moedeloosheid. Ik hoor van de vele adviezen. De oordelen. Ieder pondje gaat door het mondje. Ik zie ze naar mij kijken en ze zeggen ook wel: "Ja, maar jij bent zo mooi slank." Ik heb het over mijn cliënten die worstelen met zwaar overgewicht. Het gaat me zo aan het hart. Het lijkt me zo verschrikkelijk, al heb ik de ervaring niet.

Niet in de spiegel durven kijken, de weegschaal uit huis bannen, altijd naar de grote maten in de winkel moeten kijken. Niet blij zijn met jezelf, leven met onzekerheid.

Het thema overgewicht brengt me bij mijn moeder. Haar overgewicht was een groot thema in haar leven. Een bron van frustratie, van minderwaardig voelen, van steeds maar weer falen. Als kind pikte ik daar veel van op. Het wit brood werd bruin brood. De roomboter werd vervangen door halvarine en er kwam sla op tafel. Mijn vader vond het niets, al die nieuwigheden.

Mijn moeder ging naar de Slimming Club. Calorieën tellen. Ik wilde haar graag ondersteunen, want ik had het erg met haar te doen. Dus lijnde ik als puber met haar mee, leerde uit mijn hoofd hoeveel calorieën waar in zaten en motiveerde haar om stug door te zetten. Het werkte!
Toen ik uit huis ging kwam mijn moeder weer aan. Ze had de strijd weer verloren. Ze zei altijd: "Afvallen is een strijd, op gewicht blijven een 80 jarige oorlog."

Ook al ben ik zelf nooit dik geweest, want laten we het beestje maar eens bij de naam noemen, toch zou ik graag wat meer willen betekenen voor mensen die willen afvallen. Daarom ben ik nog meer in de problematiek gedoken rond afvallen en op gewicht blijven.
Ik gaf me op voor de Masterclass 'Gewichtsbeheersing en bloedsuikerregulatie' bij CellCare op 16 en 17 juni. Het waren leerzame dagen met weer nieuwe inzichten. Ik heb er drie uitgekozen.

1) Ieder lichaam heeft een minimum aan calorieën nodig om te leven en dat valt te berekenen. Het is de BMR, de Basic Metabolic Rate. Mijn BMR is 1350 calorieën per dag. Dat is wat ik gebruik als ik lig en niets doe. Als ik wil afvallen en ik ga onder de BMR (die 1350 calorieën) zitten, moet ik mijzelf opeten om te overleven.

Als ik te weinig calorieën blijf innemen worden de eiwitten in mijn spieren (hart en longen zijn ook spieren) aangetast en gebruikt voor energie. En ook bijvoorbeeld de eiwitjes die zorgen voor de communicatie in mijn brein, de neurotransmitters. Deze neurotransmitters worden uit voeding door mijzelf gemaakt. Is er een tekort aan neurotransmitters dan krijg ik bijvoorbeeld een erg onrustig brein.

Mijn brein onthoudt deze periode van extreme schaarste. Als ik vervolgens meer eet, omdat ik vind dat ik genoeg ben afgevallen, geeft mijn brein het signaal dat er grondstof gehamsterd moet worden voor energie. Want je weet maar nooit, misschien komen er weer magere jaren aan. En zo sla ik de energie op in de vorm van vet.

2) Afvallen is heel lastig in perioden van stress. Omdat mijn brein de baas is wat betreft de verdeling van energie (Selfish Brain Theory), zorgt het ervoor dat het nooit zonder grondstof komt te zitten. Mijn brein eist voldoende energie. Maar in perioden van (chronische) stress, is het verbruik van energie door mijn brein hoog. Het moet de boel in de gaten houden, alart blijven en ik actie komen als dat nodig is om te overleven. Laat ik ook de stress op allerlei thema's niet vergeten te noemen: trauma's.

Dus zegt mijn bein als ik wil afvallen: nee nee, het is nu niet het juiste tijdstip, eerst zorgen dat je overleeft in deze situatie. Omdat ontstekingen ook een bedreiging zijn voor overleven betekent het dat ook voor het brein. Het brein is in stress. En afvallen wordt lastig. Een voorbeeld is de auto-immuunziekte.

3) In deze moderne tijd is er altijd en overal eten. Ik dacht altijd dat dat oorzaak nummer één was van overgewicht. Dat is niet helemaal waar. De oorzaak ligt in het altijd moeten presteren, het internet met een oneindige hoeveelheid informatie, social media. De oorzaak ligt in het onrustige brein.

Een onrustig brein (brein in stress) vraagt veel energie en dus veel grondstof. Maar het brein heeft niet veel tijd. Het brein vraagt niet, maar eist het. NU! Onmiddellijk! Op dat moment pak ik iets wat meteen beschikbaar is om om te zetten in energie, iets met snelle suikers.

Als ik een drukke dag heb gehad, heb ik de neiging om door te gaan. Even Whatsapp checken, even wat mails versturen, even wat telefoontjes plegen. Ik merk dat ik dan moeilijk stil kan zitten, ongeduldig word en ga snaaien voor het warm eten.
Daarom begin ik 's ochtends met een meditatie en ga ik na mijn werk een stukje lopen of ik ga gewoon met een kopje koffie voor me uit zitten staren. Dat kan ik goed. Na een half uurtje voel ik me tot rust komen. Mijn brein kalmeert: oké, oké, ik kan wel tot het eten wachten.

Ik hoor (vaak slanke) mensen zeggen, dat het helemaal niet erg is om dik te zijn. Acceptatie is belangrijk. Mogen zijn wie je bent. Het gaat om de binnenkant. Ik ben het er volstrekt mee eens.
Maar waarom moet ik dit dan schrijven? Omdat er zoveel mensen zijn die lijden, die echt zo ongelukkig zijn met hun gewicht en omdat overgewicht ook zo ongezond is. Het kan vaak anders met de juiste kennis. De ervaring van dik zijn heb ik zelf niet. De kennis om af  te vallen heb ik wel.