Ik heb de gruwelijke plaatjes en waarschuwende teksten op pakjes shag en sigaretten nooit begrepen. Ik werd er warm nog koud van. Moest dat afschrikken? Natuurlijk wist ik wel hoe ongezond roken was, maar iets anders was veel sterker. Ik was ook niet bezig met mijn gezondheid, de angst ziek te worden of dood te gaan en niet met oordelen en meningen van anderen.

Ik was verslaafd aan nicotine. Mijn angst was van een heel andere orde. Ik sprak daar niet over. Te idioot voor woorden. Ik was bang om dood te gaan omdat ik dan niet meer zou kunnen roken. Daar kon ik wakker van liggen.

Ik had er wel eens eentje opgestoken in de puberteit. In een groepje leren roken. Maar ik begon pas echt te roken op mijn 19e. Ik werkte toen als eerstejaarsverpleegkundige op afdeling chirurgie. Argeloos stapte ik een patiëntenkamer binnen en zag in één oogopslag dat de patiënt in bed stervende was.

Na een druk op de rode alarmknop stond de kamer al snel vol met mensen van het reanimatieteam. En 's middags gebeurde me precies hetzelfde bij een andere patiënt. Ik stapte een kamer in, zag dat de patiënt stervende was en drukte op de alarmknop. Beide mannen hebben het niet gered. Na mijn dienst heb ik drie sigaretten achter elkaar gerookt.

Ik werd een stressroker, een gezelligheidsroker, een even wat te vieren roker. Een wat kan mij het schelen roker, een ik verveel me roker, even een rustmomentje roker.
Ik rookte shag, Drum en het voelde heerlijke als ik het eerste trekje nam: laat mij maar lekker zitten zo. Maar al snel was dat lekkere gevoel weer verdwenen en verlangde ik naar de volgende sigaret.

Toen ik 30 jaar geleden verkering kreeg met mijn lief werd het lastig. Hij had nooit gerookt en vond het vreselijk. "Het is alsof ik met een asbak zoen", zei hij. En dát vond ik weer vreselijk. Ook in de zwangerschappen was het een strijd om de dag door te komen zonder sigaret en ik zeg eerlijk, dat is me ook vaak niet gelukt.

Toen de kinderen kwamen was ik vastbesloten ze niet te confronteren met een rokende moeder. Dat hielp heel erg, maar zodra ik alleen was begon het gevecht vanbinnen weer. Ik voelde hoe afhankelijk ik was van iets wat zo slecht was. Ik was geen eigen baas meer. Het stonk en gaf me de hele dag een vieze adem. Ik dacht zelfs, dat als de kinderen uit huis zouden zijn en mijn man er dan misschien ook niet meer zou zijn, ik overgeleverd was aan de sigaret. Dat kon me ontzettend beangstigen.

Het was dus omgedraaid. Eerst was ik bang niet meer te kunnen roken na mijn dood en daarna was ik bang van mijn eigen verslaving. Ik was slaaf van de sigaret, ook al rookte ik maar een paar per jaar. Stoppen kon ik niet.

Elk nadeel heb z'n voordeel. Zo ook de diagnose die ik kreeg in 2014. Omdat ik geen medicijnen wilde slikken voor de reuma, slikte ik een uitgekiend pakketje voedingssupplementen en had ik een streng dieet. Ik knapte op. Na een aantal maanden merkte ik tot mijn stomme verbazing, dat het gevecht rondom roken minder werd. Maar soms dacht ik: "Zin heb ik niet, maar het kan nu. Straks heb ik spijt dat ik niet gerookt heb". Ik weet het, het is te bizar voor woorden.

Achteraf denk ik dat deze voedingssupplementen me geholpen hebben. Anders zou ik echt niet weten hoe het kan, dat ik na al die jaren merkte, zowel psychisch als lichamelijk geen behoefte meer had aan mijn drummetje.

Een paar maanden geleden zijn onze laatste twee kinderen op kamers gaan wonen. Manlief moest vier dagen in de week weg. En ik weet niet meer wanneer, maar ergens heb ik de laatste sigaret gerookt. Jaren geleden. De pakjes Drum had ik weggegooid, maar ik vond er vorige week nog één, met tot hooi geworden shag in een tas. Compleet met een pakje vloei en aansteker.

Het doet me niets meer als ik iemand een sjekkie zie draaien. Maar ik weet hoe het is verslaafd te zijn en het onbegrip van niet-rokers aan te horen. Ik weet hoe moeilijk het is om te stoppen en ook hoe vanzelf het kan gaan.

De angst niet meer te kunnen roken na mijn dood is natuurlijk weg. De drang om te moeten roken is er niet. Geen onrust meer, geen schaamte.
Ik heb de macht terug! Jihaaa! Ik ben vrij! Heerlijk, heerlijk, heerlijk. Dit gun ik iedereen.